maandag 25 januari 2021

Oranje tractor

 Zat op een aanhangwagen achter een oranje tractor met een lang voorstuk. Het ding zette zich in beweging en ik dreigde eraf geduwd te worden door het plafond. Ik sprong op het plafond en probeerde daarna weer op de aanhanger te springen, maar dat mislukte, ik kwam door mijn knieën zakkend op de vloer terecht. Ik kwam terecht in een weide met grote koeienflatsen waar in witte, bewegende dingen zaten. De boswachter haalde die dingen eruit voor een laboratorium.

zondag 9 februari 2020

Reed

Reed op een heel brede weg in aanleg. Soms kwam ik onderdelen van auto’s en rubberbanden tegen die daar zo maar neergesmeten waren. Het apparaat dat alles egaliseerde zou het materiaal eronder werken en niemand zou het ooit terugzien.
De man die het voertuig bestuurde hield het stuur krampachtig vast, terwijl de machine op en neer bokte in het grillige zand.

woensdag 17 oktober 2018

Watertrappen

Bezien vanaf mijn erf uit een hoogwerker: iemand die bezig was een dikke tak van een eik af te breken, eveneens op zo'n tien meter hoogte. Plotseling liet de tak los en de man viel. Beneden was hij tot zijn schouders in de grond verdwenen, maar hij worstelde zich los, het leek een soort watertrappen wat hij deed. Hijgend viel hij neer op de aarde, hij droeg vuile laarzen. Zijn overall was van een soort steenrood katoen.

Veenweg

Bij de Veenweg, die naar de Vennebulten liep, stond de boerderij van Vossers. Boer Vossers was al lang overleden en zijn zoons hadden er niet veel van terechtgebracht, het was een wanordelijke puinhoop om het huis, alles lag schots en scheef. Het was een donkere dag en het had veel geregend, ik liep in de weide bij Vossers, naderde een sloot waar ik veel plastic zag. Dat plastic zou ik goed kunnen gebruiken bij het waden door de sloot, maar het lag helaas aan de overkant. Het zag er een beetje griezelig uit, zoals een aangeklede ledepop voorover gegooid tussen de rest van het kunststof. Het werd alsmaar donkerder.

Drijfzand

Samen met Roel Wildeboer liep ik langs een water, het leek een meer. Roel leidde zijn fiets aan de hand, ik liep door de natte bedding. Plotseling ging ik er door heen, het was drijfzand. Het werd steeds dieper, tenslotte stak alleen mijn hoofd er nog bovenuit. Ik ging moeizaam terug naar de oever, waar ik een weg vond naar een café, drijfnat. Roel was al verdwenen.

Fietsend

Fietsend op de klinkers van de Veenweg kwam ik bij de brug en het zwembad. Het bad was heel groot geworden, je kon tot de horizon kijken waar een hoge dam was gebouwd.Daarachter stroomde de Rijn, die hier de Slingebeek verving. Door de bossen kon ik een boot zien met een grote rookpluim, die op dat moment terug schakelde en nog meer rook uitbraakte. De rivier stroomde hier snel, maar je kon nog wel oversteken met het veer. Aan de overkant stonden loodsen van de Ruva, blauw geverfd en nu beklad met graffiti. De plaatselijke opzichter zuchtte en vroeg wie dat er weer af ging halen. Ik stak onmiddellijk mijn vinger op.

Veldkamperstraat

Vannacht was ik terug op de Veldkamperstraat in Westendorp. Ik stond voor mijn ouderlijk huis, het was in elk geval half leeg. Met een sleutel kon ik naar binnen en stond in de woonkamer. "Het lijkt me wel leuk hier, misschien kun je er gaan wonen" zei mijn vriendin. Zelf zat ze een stukje verderop te zwoegen op haar tekeningen. Ik stond weer in de tuin bij het gammele woninkje en zag uit de weg tegenover mij een open sportwagen komen. Hij was geheel begroeid met een soort klimop.
De bestuurder moest een andere auto voorbij laten en hij zei dat het wel kon, in het Engels