dinsdag 10 mei 2011

Blad 16

• Naar de bijna precies halve maan gekeken, hoog aan de hemel. De lucht kleurt langzaam donker, ik weet wat me te doen staat met de 'Rechner'.

• Peinzend over Sibculo reed ik langs het Café Radstaak. Daar zaten de Vroomshoopse Boys binnen en bedachten hoe ze van AZSV moesten winnen.

• Toen ik nog eens en nog eens bezig ging aan mijn snorfiets startte hij eindelijk... Ik zei niks, maar in mij brandde de euforie wellustig!!

• Gezegd in de auto: "Wie kan mij hoorbaar en verstaanbaar maken in Frans, Duits, Engels en het Nederlands?" Niemand luisterde op dat moment.

• Een lange kartonnen koffer ligt half op het fietspad. In het voorbijfietsen zie ik nog de naam 'Joe' gekrabbeld op de deksel

• Het sneeuwt weer in het donker van de nacht. In de nevelige morgen kun je de grote 'Kunstmachine' ontvangen, dat is een ding dat zeker is.

• AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA! Zaterdag 20-11 Nederland schreeuwt om cultuur

• ...de ontdekking van een familie pissebedden die onder een van de weg opgeraapte en op een paal gelegde fietsbeldop blijkt te wonen.

• Sirenes loeien op maandag 1 november. "• Ga naar binnen • Sluit deuren en ramen • Zet radio of televisie aan". Dat laatste advies negeer ik.

• In de koude herfstochtend maken de vallende bladeren van de balsempopulier het geluid van een regenbui met dikke druppels.

Blad 15

• Aanzwellend geluid van een vogel met messcherpe snavel: een F16. "Heer van Alles en Twickel, ik haat die dingen", grom ik op zijn landgoed.

• Op een foto van Schiphol lijken de landingsbanen op blinkende vliegtuigschaduwen: brede rompen met slanke vleugels onder scherpe hoeken.

• Twee eenden varen argeloos over het water rond 'Wasserburg Anholt'. Onder hun bewegen grote donkerblauwe karpers, als verraderlijke U-Boote.

• Nijlganzen aan het Twentekanaal, in de verte ligt Luxor, voorheen Lochem. Ik twijfel nog tussen de eethuizen Cleopatra en Bella Cairo...

• Een straffe wind blaast in de windzak. Op een bord naast het kleine weiland staat 'gereserveerd voor piloten'. Van ultralichte vliegtuigen.

• Tegelijk met de zwaan nader ik de gezwollen rivier, haaks op elkaar. De vogel maakt een sierlijke parabool over de brug in mijn voorruit.

• Na het overkomen van een sportvliegtuig beginnen jonge mussen heel druk te doen. Vanaf de dakpannen oefenen ze het 'in formatie' vliegen.

• Op de torenhaan van de Gereformeerde kerk in Hoog Soeren landt een kraai. De wind beweegt de twee vogels, er klinkt gekners en gekras.

• Bij het passeren van mijn snorfiets begint de zwarte Australische zwaan luid te tetteren. "Satchmo meets Sachs in Sidney", bedenk ik nu.

• Het geluid klinkt als het klakken van de tong door een koetsier. Het is een reebok die een vrouwtje achternazit: "Kom hier, lekker dier!".

dinsdag 24 augustus 2010

Blad 14

Bij het gekrijs van een reiger stel ik mij voor dat een Pterodactylus zo geklonken moet hebben in de oren van de eerste mensen.

Onder de bergkap nestelt een winterkoninkje. Met "Ffrrt, let maar niet op mij, ik sta achter je", probeer ik het gerust te stellen.

De dichter Bert Scheuter vergelijkt in een haiku het druk heen en weer vliegen van 'n drom zwaluwen met het zien van 'flitsende smokings'.

Waarschijnlijk is het een jonge roofvogel, maar het klinkt als een kreet van verrukking door een klein meisje...

Langs het kanaal vliegt een reiger, op minder dan vijf meter. Ik verzucht: "Oh Raleigh, How Beautiful!". Geen antwoord / No answer...

Er komt een Lockheed 'Orion' patrouillevliegtuig over. Het leger oefent in Het Grote Veld en excuseert zich voor overlast bij de burgerij...

Een gans landt in een vliegden, waarmee hij aantoont dat deze boom geschikt is als luchthaven voor alles met zwemvliezen dat vliegen kan.

Een luchtballon landt dichtbij en stijgt daarna weer op, een oefening lijkt me. Alle ganzen uit het ven maken noodstarts, wég van hier...

Luid gakkend vliegt het ganzenpaar over. Het kan nog net, over een kwartier is het luchtruim gesloten vanwege de vulkaanaswolk uit Ijsland.

Grauwe ganzen in weiland onder hoogspanningsdraden op een koude maandagavond. Zij lijken tevreden met hun bestaan, ze geven mij een lesje...

donderdag 25 maart 2010

Blad 13

• Gehoord van iemand die naast een penoze-café woont: "Waar is Danny toch gebleven?" Antwoord in plat Amsterdams: "Oh, die maakt de reis van zijn leven!". In hun jargon betekent dat in de gevangenis zitten.

• Op een avond is er ruzie op straat, gebonk tegen de voordeur en de tekst: "Ik stek oew kapot!". De volgende ochtend liggen er wat bloedsporen op drempel en stoep.

• De parkeerplaats wordt voor mijn neus bezet door een ander. Geërgerd wil ik er iets van zeggen, maar zie dan dat het een van de zware jongens uit de straat is en slik het wijselijk in.

• Een jongetje met een gel-kuifje is brutaal tegen zijn moeder. 'Zo begint het dus', denk ik en zeg zacht maar toch verstaanbaar: "Pas maar op, anders komt Geert Wilders!". Maar vinden moeder en kind dat wel een boeman?

• Per auto druk ik iemand van de weg, per ongeluk. Ik stop geschrokken, hij springt eerst op de achterklep en wil dan mij te lijf. Als ik hem in zijn kruis wil trappen komt een buschauffeur tussenbeide en kan ik verder met de gehavende Citroën Ami Break.

• In Bésançon wordt een ruitje ingeslagen en verdwijnen mijn spullen uit de auto. De Franse politie is onverschillig, de Nederlandse verzekeringsagent later ook. Op de terugweg regent het verschrikkelijk hard en hoorbaar.

• Een man stapt uit een auto en wenkt mij naderbij. Ik blijf zitten in de mijne, uit zijn kofferbak haalt hij een folder van kettingzagen. "Nu kopen, nog één exemplaar", zegt hij in gebroken Nederlands. Ik weer hem af, wuif hem weg en zie in de achteruitkijkspiegel een Pools nummerbord.

• Twee ongure mannen scharrelden rond bij de garage. Vanwege een diefstal daar moest ik de volgende dag bij de politie een signalement opgeven. Over de langste wist ik te zeggen dat zijn gebit vermoedelijk onbekend was bij de tandarts.

• De politieagenten nemen op hun gemak het proces verbaal op, gekoesterd door vrouw en voorjaarszon. De brutaalste zegt: "We vinden het wel leuk hier, wat eten jullie vanavond?".

• De ex-inbreker verzekert mij dat ik gunstig woon. "Aan een doodlopende weg, daar houden ze niet van", zegt hij, terwijl hij zijn in alle richtingen loerende ogen samenzweerderig toeknijpt.

zaterdag 9 augustus 2008

Blad 12

• Hoog aan de ochtendhemel twee vliegmachines. Het ene is een lijnvliegtuig in zuidoostelijke richting. Het andere is een buizerd, vliegend naar het noordoosten. Beiden zijn op dit moment even groot.

• Op de rotonde komt een 45 km cabriolet voorbij in de kleur van een warmrode metallic lipstick. De vrouw aan het stuur is heel klein, ze kijkt uitdagend naar mijn auto die te groot is voor Lilliput.

• In de stille museumzaal staan beeldhouwwerken van 'The Englishmen'. Op het glazen dak wordt gewerkt, een boormachine maakt gierende uithalen bij Marvin Gaye's ' I heard it through the grapevine'.

• Bij de supermarkt passeer ik een dikke oude vrouw met een nors gezicht achter een rollator. Naast haar loopt een magere dertiger met zwarte cowboyhoed en tattoo op zijn rechterarm. Hij lijkt op Joe Dalton en kijkt nog onguurder dan zijn ma.

• Op de boekenmarkt heeft een handelaar zijn kratten met boeken gestapeld tot een manshoge kronkelende straat. Zo zou je ook een huis kunnen bouwen. Alleen het dak is een probleem, er zijn geen watervaste boeken.

• We zijn in Vroomshoop aan het Kanaal Noord. In het water weerspiegelt zich een villa uit 1910, genaamd 'Espérance'. Hoe wuft klinkt dat nu hier...

• Op het kerkhof rusten Arend Ballast en Geertje Niks in vrede.

• Op de grafzerk van Alberdina Nijboer: "Want ik heb geleerd / met de omstandigheden / waarin ik verkeer / genoegen te nemen" Filipp. 4: 11(onleesbaar)

• Tekst op kast reddingsboei: "In geval van Nood / Gooi boei voorbij drenkeling / Trek boei naar drenkeling / dan langzaam naar de wal / Wacht niet-Handel direct"

• Tekst op bord bij ophaalbrug: Verboden te vissen of te zwemmen binnen 50 m van een sluis, brug of ander kunstwerk.

zaterdag 2 augustus 2008

Blad 11


• Het is een warme dag. Een groepje kraaien zit op paaltjes te zonnen in het weiland, allemaal met geopende bek. Het is alsof ze niet op het woord kunnen komen.


• In de winkelstraat hoor ik een geluid van vroeger: Puch brommers. Hun bestuurders met witte benen in korte broeken zijn ook van vroeger, in hun 'Sixties'.

• Op de camping is een 'markt'. Ik koop o.a. een sigaar uit de Dominicaanse republiek en 'Luftkrieg und Literatur' van W.G. Sebald. Beide kosten 1 euro.

• In de campingkantine heerst een melige verveling, de baas is een gespeeld blijmoedige man. Te dikke kinderen lopen in en uit met een ijsje. Ik eetlees in 'De Slechtste Gedichten' door Rik Zaal bij een bordje frites.

• Op het kerkhof van Ruurlo zoek ik tevergeefs naar het graf van Arthur Conley. In de stilte van de begraafplaats zou plotseling 'Sweet Soul Music' kunnen gaan klinken uit luidsprekers in de bomen.

• Het weggetje heet opeens 'De Brille'. Het is maar een kort stukje, net als het stokje van een lorgnet. Misschien daarom?

• Op het hoogste deel van de weg over de enk heet de boerderij TOP. Fietsend voelt het meer aan als een vals plat.

• Midden op de zandweg ligt een kapotte paraplu, in één lijn met de wegas. Het lijkt een pictogram voor: Pas op, rukwinden!

• De boerderij lijkt bewoond, maar in de huiskamer staan witte plastic tuinstoelen. Buiten staat een overjarig model Volvo, de vrijgezel kan het niks meer schelen na de dood van moeder.

• Bij een schuur staat een maaidorser van het merk 'Claas' weg te roesten. Altijd raar gevonden, deze brave naam voor een bruut oogstapparaat. Nu nog in gebruik bij 'Combineraces'.

• Ik sla een zijweg in met de naam 'Tobbert'. Een heel stuk verder loopt het dood. Dit is een voormalig arm veengebied waar geploeterd werd voor een boterham met bloedworst.

vrijdag 1 augustus 2008

Blad 10


• Een niet meer zo jonge vrouw lijkt aan haar tweede jeugd begonnen. Ze draagt een camouflagebroek en bestuurt een fiets van het type Beachcruiser. Een zware zonnebril houdt eventuele spottende blikken op afstand.


• In de tijdschriftenwinkel kijk ik tegen de haflblote rug van een zeer fors meisje. Haar topje met een lus om de nek is zover afgezakt dat haar flinke beha overduidelijk te zien is. Het wordt gecorrigeerd door een veel kleiner vriendinnetje en ik zie een gelijkenis met de karnak die een olifant ment.

• Het gezelschap oudere dames vraagt zich hardop af wie er vroeger ook weer zat in welk pand aan het dorpsplein. Ik denk mee, maar kom hier kennelijk nog niet lang genoeg want de plekken blijven zelfs na dertig jaar mentaal leeg.

• De dorpsgek, een oude man met een witte baard, staat stil met zijn fiets in de winkelstraat. De lach op zijn gezicht geldt het winkelend publiek, je kunt er inderdaad "Zie de mens" bij denken.

• Op straat zie ik een vrouw die er heel lang bij liep als meisje, compleet met strikken in het haar. De tijd heeft haar gezicht versomberd, maar haar benen zijn bewaard gebleven in veterloze, halfhoge leren laarzen. Ze kan er zo weer mee in een plas springen en spetteren.

• Bij de boeken staat een geestelijk gehandicapte mompelend alles te keuren. Geen AKO- of andere publieksprijs als richtlijn, hij trekt zijn eigen leesplan, terwijl hij ruikt aan papier en drukinkt.

• Podia met popmusici als religieuze belevenis. De voorganger is een sjamaan met snoerloze microfoon die de geesten in de juiste stemming moet brengen. Het publiek heft de handen ten hemel in een massapsychose voor het goede doel: klimaatneutraal energieverbruik.

• Op de deel van de boerderij is een kamer gebouwd met een breed raam. Ik krijg het gevoel in een bunker van de 'Atlantikwal' te staan en gedwongen het kanon te richten op een onzichtbare vijand in het groen achter de open deeldeur.

• De ene hond ligt op het erf voor dood in een middagslaapje, de andere is net een weiland ingehold en staat in het hoge gras gespannen te luisteren. Het felle zonlicht doet zijn vacht glanzen.

• De telefoon gaat, als ik opneem hoor ik een geroezemoes. Het klinkt als een volière met kwetterende vogels, een ervan heeft per ongeluk zijn mobieltje ingeschakeld. Zij ook al, het moet niet gekker worden.