In het ruime lokaal van het museum zat hij aan het hoofd van de lange
tafel. Hij nam het woord, tegen zijn gewoonte in. "Zo juist ben ik
getuige geweest van de waarneming van de kleuren in de tussenruimte, dat
is de ruimte waarin de kunstenaar niets heeft gedaan en die toch
aanwezig is. Ik vind die ruimte vol van kleuren die ik eigenlijk nooit
gezien heb, tegen het buitenissige aan!" Hij zweeg, om de indruk die dat
maakte te bestuderen. Zij waren allen stil en keken naar de ruimte door
de drie ramen, waar een zon scheen door de wolken van een winterse
lucht. Het licht was bijna verblindend op dat moment. In een van de
ramen was nog net de kunstenaar Cornelius Rogge te zien, gevolgd door
een stoet kinderen. Het leek alsof hij die tussenruimte ook probeerde te
verklaren aan de onbedorven kinderzielen.
maandag 15 oktober 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten